Eerste indrukken

(Poging 4)

Yes! Internet! Het doet het! De afwezigheid ervan gedurende de afgelopen week bleek evenmin een probleem als een uitzondering, maar wat had ik anders verwacht? Afrikaanser dan dit wordt het niet. Er is geen sprake van toerisme in mijn geval; ik ben regelrecht in de wereld van mijn gastgezin gevallen – enige uitzondering daarop is mijn iPod, het stukje Westen dat ik mooi voor mezelf houd. Mijn gastfamilie, ervanuitgaande dat het één familie is, telt 6 leden (denk ik). Een echte Afrikaanse Mama Odette die niet de biologische moeder van de kinderen is, de 20-jarige Boris (mijn buddy diemij zijn sociaal leven ingesleurd heeft), 2 andere jongens die ik eigenlijk sinds de kennismakeing niet meer gezien heb, de 10-jarige Peace en een opgesloten, apatische, naar urine ruikende zombie die bekend staat als ‘de oude’ (hij is of was mogelijk de vader van dit gezin). Dat zijn naast mij zo’n beetje de vaste bewoners van het huis, maar eigenlijk er constant mensen over de vloer om een beetje te hangen, wat te eten of weet ik veel… voor mijn part deel ik een douche met ze ofzo. Het huis zelf is één grote puinhoop. Klein is het niet, maar twee van de drie verdiepingen staan leeg. Wij bewonen de middelste en hebben een bankstel, een tafel met stoelen, een televisie en een kapotte playstation2. Ik slaap onder een klamboe op een kaal matras op een eigen kamer en er is een, weliswaar koude, douche in huis. Ergens achter de hopen afval, vieze kleren en andere meuk hebben we ook een keuken, maar dat is ook echt, heel cliché, het terein van Mama Odette. Op het moment dat ik de deur van het enige echte stenen gebouw van de straat uitloop realiseer ik me dat ik het nog relatief goed heb. In ieder geval een stuk beter dan het 12-jarige verkopertje dat me vanuit zijn golfplaten hutje steeds goedemorgen wenst. Dit is het dan, denk ik bij mezelf, dit is waarvoor ik mezelf heb ingeschreven en stiekem hoop ik ergens, zelfingenomen, dat ik in een rijker deel van de stad was beland. Maar één ding is zeker, aardiger en leuker dan dit worden de mensen niet! Dagelijks word ik uitgenodigd voor een ritje achterop de brommer door de stad bij een van mijn nieuwe vrienden, een soort van fata-morgana deluxe, maar danécht. De geuren, kleuren, geluiden en het leven; de gewone volksstraten hier bruisen meer dan de boulevards van Lloret del Mar. Het is natuurlijk ook een feest an sich dat er een Europeaan zich in de wijk begeefd. Even een voorbeeld ter illustratie: Eergisteren liep ik door het centrum van Cotonou toen er een 5-jarig mènneke een steegje uitliep en mij zag. Het schrok, sprong in de lucht, rende terug om zijn vriendjes op de hoogte te brengen van dit heugelijke feit en kwam de straat weer op om mij in zijn zojuist vergaarde gezelschap toe te zingen: ‘’Ik zie een blanke, blanke, het gaat goed, het gaat goed, danku danku blanke!´´. Gelukkig beperkt dit flatterende maar toch ook enigzins gênante tafereel zich tot de kinderen en houden volwassenen het bij een bescheidener ‘’Bon soir Yovo, ça va?’’. Yovo betekent blanke in het Fon. Wie overigens dacht dat er vooral Frans gesproken werd in Benin was niet de enige, maar heeft het wel fout. Fon is de inheemse taal en de way-to-go voor veel Beninezen. Dit vrolijke zangerige tropentaaltje maakt het totaalbeeld compleet op straat, samen met een dijk afval, de vrouwen met de grote potten op hun hoofd, geiten en kippen, duizende zemi-djahns (die ik tekort doe met alles minder dan een volledige blog-post), de fruitbomen, etenskraampjes, muziek, dans en van die kinderen met bolle rijstbuikjes die elkaar sms’en met hun mobiele telefoontjes.

Allright, tot zover het eerste algemene plaatje. Ik ga gelijk verder met het schrijven van een nieuw verhaal nu dat het internet het toelaat. Tot zo in mijn volgende post!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active