Inburgeren voor gevorderden.
Het grootste stuk van deze blogpost schrijf ik op het toilet, waar ik de laatste dagen veel tijd doorbreng nu dat na de cultuurshock ook de diarree genadeloos heeft toegeslagen. Buiten deze bezoekjes-van-hoge-nood probeer ik zoveel mogelijk buitenshuis te blijven. Dat heeft een reden: ik voel me de laatste tijd een beetje ongemakkelijk in mijn gastfamilie. Ook dat heeft een reden: mijn gastvader is letterlijk op sterven na dood. Het begon allemaal maandag...
Ik lag 's avonds laat in bed nederlandse liedjes te luisteren toen mijn gastmama me de gang op riep. Omdat het laat was en ze me eigenlijk nooit stoort als ik op mijn kamer ben veronderstelde dat
ik in mijn onhandigheid de badkamer blank gezet had of iets van die aard. Ik rolde in mijn onderbroek de gang op waar mijn gastmamma mij iets heel anders mededeelde: het huis kon elk moment
vollopen met mensen en de priester want 'de ouwe' ging bediend worden.
Ik realiseerde me dat ik eigenlijk helemaal niet gekleed was voor deze aangelegenheid en besloot me stilletjes terug te trekken naar mijn kamer.
De ouwe leeft inmiddels nog steeds. Of ja.. Leven.. De hele week heeft de man naakt over de grond gekronkeld als een beest en sinds gisteren beweegt 'ie uberhaupt niet meer. Maar aan de aanhoudende
stank van ontlasting op zijn kamer te oordelen is hij er nog niet mee opgehouden. Een weinig menswaardig bestaan en ik hoop dat er maar gauw een eind aan komt. Ik gun hem zijn rust, ik gun de
familie een einde aan deze pijnlijke ellende en ik gun mezelf de schijnbaar erg bijzondere ervaring van een Afrikaanse uitvaart.
Tot zover 'de ouwe'.
Op dinsdagochtend werd ik voor de derde keer die week teleurgesteld door een schaaltje 'bouille' aan het ontbijt. bouille; maispap, lauwe, slijmerige, troebele, witte derrie.
Al etende kon ik het idee niet onderdrukken dat ik een heel ander soort pap (té vulgair om te nuanceren) naar binnen aan het werken was. Ik probeerde tevergeefs met gesloten ogen mijn ontbijt af te
maken maar het kwaad was al geschied. Toen mamma Odette even niet keek spoelde ik het, ook voor de derde keer deze week, door de gootsteen en ging de straat op, op zoek naar een beter alternatief.
Eten op straat is overal te vinden en goed eten op straat is ook overal te vinden als je weet hoe je er aan moet komen. Het zijn niet de restaurants noch de maquisjes waar je het beste eten haalt. Nee, het beste eten van Cotonou wordt gemaakt door de kookmamma's; vrouwen die hun keuken (vuurtje, 3 koelboxen en een kruk) voor de deur hebben gesteld en waar je aan huis een hapje kunt mee-eten voor een paar dubbeltjes. Bouwvakkrs en Djahn-chquffeurs weten dat en ik weet het nu ook. Normaliter betaal ik ze 40ct voor een bord bonen met pittige pindasaus en een ei. Vrijdag had ik echter niet kleiner dan het astronomische bedrag van €1.25 - de VIP-treatment als gevolg.
Op zich kom ik er dus wel uit hier, met het Beninese leventje. Ter verheldering volgt hier nog een aantal reeds door mij behaalde intergratie-achievements:
- Het uit de wachtrij stappen, een 20-minuten durende maaltijd nuttigen, en vervolgens weer ergens vooraan op de oude blek aansluiten zonder rare gezichten.
-Het benutten van de leraar's telefoongesprek tijdens de les om even op straat een ananas te kopen.
- (op deze ben ik héél trots) Het slapen op de stoep, samen met een schoonmaakster en de concierge.
Helaas werd ik bij deze laatste gewekt door een lokal die vroeg of ik het goed vond dat hij 3 landgenoten van een bankje stuurde zodat ik daar mijn siesta kon voortzetten. Ik weigerde.
Inmiddels beheers ik ook de kunst van het vrienden-zijn-met-iedereen. Als ik een beetje toegankelijk over straat loop kan ik elke 10 meter even stoppen voor een praatje met iemand die mij ergens
van kent. 'Hey Yovo!' - zo komen ze dan glimlachend op me af. Ik reageer eigenlijk nooit met 'Hey Neger!'.
De mensen zijn bijzonder vergevingsgezind over het feit dat ik ze totaal niet herken en vertellen dan altijd maar wat graag wat ze vandaag gedaan hebben of gaan doen.
Aardige lui... en ook altijd leuke variaties op 'een handje geven'.
Heel anders ook dan op de Nederlandse borrel waarvoor ik afgelopen week trouwens was uitgenodigd.
Aanleiding was dat ik bij mijn ambassadebezoek echt geen behoefte had aan de waardeloze hulp van een lokale medewerker voor dit toch wel belangrijk stuk administratie en net zo lang wachtte totdat
deze een Nederlandse naar beneden riep, die me hartelijk verwelkomde en me rondleidde door de ambassade - waarna de uitnodiging volgde zoals dat voor alle Nederlanders geldt.
In een westers restaurantje verzamelden zich het ambassadepersoneel, Nederlandse expats, de bezoekende directie van de Helmondse katoengigant Vlisco en ik voor een biertje en het gezelschap van
landgenoten. Erg vruchtbaar ook, voor mij; ik had een indrukwekkend aantal telefoonnummers, namen en adresjes verzameld (érg waardevol in een land als deze).
Wegens vanzelfsprekendheid onnodig om te noemen, maar ik doe het toch, is dat het kunnen spreken van Nederlands (of Engels, of Duits) net zo voelde als het plassen na een hele lange autorit.
Een van de BuZa-mensen van de ambassade deed ook wat hoop in me opleven toen hij vertelde dat zijn man er altijd in slaagde om hier op de lokale markten een degelijk stuk vlees of vis te vinden.
Het was daardoor dat ik, heel moedig, mijn gastgezin beloofde dit weekend voor ze te koken.
Helaas voor jullie is dat verhaal te lang voor deze post en heb ik op het moment geen zin meer om verder te schrijven.
De volgende post volgt snel! Groetjes!
Reacties
Reacties
Succes met je darmen en 'de ouwe'.
Mijn medeleven voor je gastgezin!!
NOU MOE--- ik hoop dat die poepmeneer inmiddels het loodje heeft gelegd want dat is toch geen prettig kamperen. zoiets zie je zelf in het brieltje nog niet......
laat ons wel even weten hoe je kookkunsten zijn afgelopen en wat voor vis je klaargemaakt hebt....
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}