De Cotonourianen en het Venetie van Afrika
[Dit is Rick, die namens Ralf een blogpost upload omdat het Beninese internet maar weer eens zijn waarde bewijst door het niet te doen]
Het is inmiddels meer dan een maand geleden dat ik uit Nederland vertrokken ben. Het is ook de laatste week van mijn verblijf in Cotonou.
Vooralsnog denk ik dat ik de drukte en vervuiling niet ga missen maar ik mag niet te vroeg juichen. zeker niet als ik me bedenk dat Cotonou eigenlijk ook zijn leukigheidjes heeft die het leven hier
helemaal niet onaangenaam maken. Misschien dat ik de familie op de hoek van het stadion ga missen, die dagelijks luidkeels juichen en zingen als ik een hapje bij ze kom eten. Wat ik in ieder geval
zeker ga missen is de 'yovo-dichtheid' van Cotonou. Vrijwilligers, Europese jongeren, zijn klein in aantal maar gelukkig niet erg moeilijk om te vinden. Meer hierover later; eerst wil ik even
duidelijk maken dat ik de gemiddelde Cotonouriaan niet ga missen.
De stadsbevolking heeft wat trekjes overgenomen van de hoofdstedelingen van hun voormalige bezetters. Gooi er een gezonde dosis afro-cultuur bij en ziedaar: spectakel.
Voor Cotonourianen houdt de wereld op te bestaan buiten de stadsgrenzen. Men leeft op een geisoleerd eiland in de rimboe en de meesten zijn niets anders gewend dan de altijd grijze en vervuilde
hemel, de eindeloze squatters en de schreeuwende viswijven. Velen hebben net zoveel savanne en tam-tams gezien als mijn grootouders - maar ook dit is Afrika.
Cotonouriaanse Jongeren zijn ervan overtuigd dat hun leven zo cool is als het ooit gaat worden en hebben boven alles ergens het idee vandaan gehaald dat ze macht hebben (macht is een BIG ISSUE
hier).
Beide bovenstaande beweringen moet je als rasechte hoofdstedeling altijd zo expliciet mogelijk uiten. Zo moet je facebooknaam minstens de woorden Soldjah (m) of PrinZess (v) bevatten en moet je ten
alle tijden zoveel mogelijk sieraden dragen. Ook kleding moet glimmen, kleur of andere modeaspecten zijn ondergeschikt aan zilver, goud en glitter. Had ik al gezegd dat iedereen hier Armani, Hugo
Boss of Calvin Klein draagt?
Ook de grote jaren-'60 dameszonnebrillen zijn immens populair bij jongens van mijn leeftijd en horloges zijn per definitie goud. Als je voor je werk een pak moet dragen dan mag dat gerust geel of
rood zijn, synthetisch ondanks de hitte en de schoenen of de stropdas het liefste wit. Op je facebook en Badoo moet minstens 1x vermeld staan dat je 'style' of 'class' hebt en je profielfoto moet
gelijkenis vertonen met de cover van een goedkope porno-dvd. Je kunt je status ook laten blijken door te zingen over hoe je de 'Boss' bent over je 'Bitches' zoals de lokale artiesten hier allemaal
doen, maar het summum van power is het laten knippen, veilen en boenen van je teennagels door een arme sloeber die op zijn knieen zit, terwijl je op het terras bier drinkt en luide grappen
maakt.
Openbaar schelden, spotten, lachen en wijzen naar mensen die het slechter hebben dan jij is over het algemeen ook een goede en geaccepteerde manier om je superioriteit te projecteren op je
omgeving.
Hoewel het erg vermakelijk is, hoop ik dat dit zich tot de hoofdstad beperkt en dat het in Zagnanado anders zal zijn.
Maar Zover is het nog niet. Eerst moet ik mijn cursus Frans afronden. In maart heb ik (als het goed is) een examen en dat levert me een internationaal erkende diploma op. Gunstig! Ik heb er wel vertrouwen in; ik spreek al aardig frans. Met 5 dagen in de week les zou je niets anders verwachten, maar 2 uur per dag - tja.. beninees werkritme - is helemaal niet zoveel. Bovendien scheelt het erg per leraar en dag hoe productief het is. Een beknopte schets:
Maandag: les van Rufen. Hij is goed. Enthousiast en eager om ons iets bij te brengen. Hij laat ons vaak iets presenteren over ons eigen land, vertelt dan over de situatie zoals die hier is en probeert dan graag een discussie uit te lokken. Leuk!
Dinsdag: Les van Eudes. Hij is vaak te laat en laat ons vervolgens een schrale luisteropdrachtdoen terwijl 'ie zelf aan de telfoon hangt.
Woensdag en donderdag: Monsieur Paraiso. Hij is erg goed! hij gaat actief aan de slag met grammatica en brengt ons niveau echt zichtbaar omhoog.
Vrijdag: Rafael. Ook een frequent laatkomer. literatuur en tekstverklaren, niet echt denderend maar het draagt wel bij aan het vocabulair.
Het feit dat men hier geen Engels spreekt draagt ook bij aan de ontwikkeling natuurlijk. Het beninese accent op straat maakt het wel moeilijk toepassen, maar als gevolg klinkt het Europese Frans op
zijn beurt weer loepzuiver en verstaanbaar. wie had dat ooit gedacht?
Dit bleek in ieder geval zondat toen we een zelf-georganiseerd yovouitje hadden naar Ganvié. Over Ganvié het volgende:
Er was eens, rond het jaar 1700, een volk met een koning. De rest van de regio wilden de vrouwen hebben, kinderen doden en de mannen verkopen als slaven. Zodoende sloeg het volk op de vlucht.
Indertijd was het voor de Afrikanen wegens religieuze redenen verboden het water op te gaan, maar nood breekt wetten en de koning leidde zijn volk daar waar zijn vijanden hem niet volgen konden.
Midden op het meer besloot de koning daar te blijven en er werd een stad op palen gebouwd.
Ongeveer 300 jaar later stappen 6 yovos van hun zemi-djahns af aan de waterkant bij een opstapplaats voor een boottocht naar ditzelfde stadje. Het zijn Ralf Ketelaars uit Nederland, Deborah en
Irina uit Zwitserland, Max en Annabelle uit Duitsland en Noemie uit Frankrijk. Omdat ik geen Zwitserduits spreek en Max en Annabel allebei snel in het Bayerns ratelde kon ik mooi mijn Frans oefenen
met Noemie. Ze heeft humor en ik heb inmiddels een adresje in Frankrijk (én 2 uitnodigingen voor het oktoberfest!)
In een grote soort kano/sloep met dieselmotor varen we over het meer dat best een beetje lijkt op de Friese vaarwateren. De overeenkomsten verdwijnen echter als we het stadje, dat ook wel het
venetie van afrika genoemd wordt, naderen. Hutjes op palen, winkels op palen, telecomprovider op palen, ziekenhuisje op palen en af en toe een drijvend gazonnetje of erfje voor de kippen. Houten
bootjes zijn talrijker dan fietsen op Amsterdam CS. De mensen hier leven echt op het water en met al het veroeste golfplaat om ons heen moet ik ergens denken aan de filmset van 'Waterworld'. De
schaarse kleine eilandjes worden benut door een moskee, een kerk en een voetbalstadion en de mensen dragen er grote rieten hoeden ter bescherming tegen de zon.
15 minuten verderop gaan we aan wal op een eilandje met vissershutjes erop. Het hele dorp loopt uit om ons te bekijken en te betasten. Enkel de kippen en varkens blijven onverstoord doen waar ze
mee bezig waren.
Bij een ondergaande zon varen we terug over het dit sprookjesachtige meer en eenmaal aan land besluiten we dat het te donker is om onze wegen te scheiden. Iedereen blijft vannacht in Cotonou en
vertrket morgen naar waar hij of zij vandaan kwam. We maken van de gelegenheid gebruik door nog even een terrasje te pakken in de hoofdstad. Daar lopen we de Duitse Larissa en Theresa (bij wie max
en ik maandag een geweldige spaghetti gaan koken - maar dat weten we dan nog niet) en de Belgische Laura tegen het lijf.
Die maandag beweert Larissa een echte ijssalon te kennen, dus daarom gaan we nu vandaag maar eens kijken wat daarvan waar is. Iets dergelijks zou namerlijk de ontdekking van de eeuw zijn in deze
hitte! (38 graden, zonning... yes ik weet hoe koud het is in Nederland atm ;-p)
Groetjes!
ps. Na wat lachen, schreeuwen, wijzen en een klein bedrag op de juiste plek heb ik mijn terugvlucht toch een maand kunnen vervroegen (aankomst 18 mei, 9:45 AM te Brussel) zodat ik niets van de zomer hoef te missen in Nederland!
pps. weet iemand nog een leuke vrijstaande kamer in Leiden? - ik ben op zoek
Reacties
Reacties
zomer, zomer, jaja, zomer in Nederland??
Ben je die van vorig jaar alweer vergeten, Ralf?
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}